kerkkandelaar, de hoge voet is driezijdig op bolklauwen met op de snijpunten uitbuigende consoles van brede plastisch voorgestelde acanthusbladeren waartussen cherubkopjes, de tweeledige stam is samengesteld uit een gebombeerde vaas versierd met 3 cherubkopjes waarboven spijlvormige balusters en aan de basis in acanthuskelk gevat, brede vetvanger aan de hals ingesnoerd, hoge kaarsenpin. Zuidelijke Nederlanden