De Antwerpse jezuïetenkerk, de huidige Carolus Borromeuskerk, werd door tijdgenoten beschouwd als een nieuw wereldwonder. Het interieur was geheel met marmer bekleed en de plafond- en altaarstukken waren uitgevoerd door Rubens en zijn atelier. Rubens ontwierp ook gedeeltelijk de façade, de toren en het hoofdaltaar van het kerkgebouw. Om de kerk in al haar pracht weer te geven, gebruikte van Ehrenberg marmer als ondergrond. Het marmer van de zuilen en de wanden moest dan niet meer worden geïmiteerd. In 1718 werd deze ‘marmeren tempel’ door een brand geteisterd. Rubens’ plafondschilderingen gingen daarbij verloren.